Wekelijks delen bekenden met roodgele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Dit seizoen zijn de vier columnisten Erdal Ascipinar, Robert Heukels, Martijn Jongbloed en Edwin Lugt. Vandaag is wederom de beurt aan de oud-voorzitter van Go Ahead Eagles.

BIJ EEN VERTREK UIT DE ADELAARSHORST VERLIEST GO AHEAD EAGLES HAAR ZIEL

Het moet in het voorjaar van 2002 zijn geweest dat ik De Adelaarshorst voor de eerste keer betrad. Ik was sinds begin februari van dat jaar directeur van de Eerste Divisie, destijds de Gouden Gids Divisie geheten, en deed een rondje langs alle stadions.

Aan de Vetkampstraat werd ik ontvangen door algemeen directeur Martien Vreijsen, die me een rondleiding door het stadion gaf en aan het einde vol trots een maquette van het beoogde nieuwe onderkomen toonde. Het plan was om een nieuw, ultramodern stadion aan de A1 te bouwen. Door een tweetal doorlopende halfronde vormen aan beide lange zijdes zou het stadion vanuit de lucht bekeken de vorm van een adelaarsoog krijgen. De plannen waren groots, het optimisme onbegrensd, maar helaas waren de uitgaven dat ook.

Ruim 9 maanden later bleek de club namelijk technisch failliet te zijn, was er binnen één seizoen een tekort van € 1,5 miljoen opgebouwd (op een omzet van nog geen € 3 miljoen…) en zat Vreijsen met een ontslagbrief op tafel thuis.

Het vormde een kantelpunt in de geschiedenis van Kowet. En in zekere zin tegelijkertijd een zegen, omdat hiermee ook de verhuisplannen in de ijskast verdwenen.

Nadat de club begin 2005 door een aantal betrokken clubmensen én de gemeente Deventer was gered, werd een ongeëvenaarde reeks van jaren ingezet waarbij de club met name uitblonk op de financiële ranglijst van de KNVB. Go Ahead Eagles werd qua financieel beleid een voorbeeldclub voor velen: altijd met een nul-begroting het seizoen beginnen en met een klein positief resultaat eindigen.

De spandoeken met ‘financieel gezond, sportief aan de grond’ waren regelmatig op de tribunes te zien, maar de aandeelhouders waren niet te verleiden tot het doen van -al dan niet onverantwoorde- investeringen. Het stadionnetje behield haar capaciteit van 6.700 plaatsen en was iedere thuiswedstrijd gemiddeld voor 50% gevuld.

Na de onverwachte promotie in mei 2013 stonden we voor een behoorlijke uitdaging. De sterk verouderde accommodatie voldeed op een aantal terreinen niet aan de door de KNVB gestelde eisen en het aantal aanvragen voor seizoenkaarten was overweldigend.

Door een aantal noodgrepen konden we o.a. de capaciteit die zomer naar 8.000 verhogen, maar het werd al snel duidelijk dat een modernisering van de voorzieningen en een verdere uitbreiding tot rond de 13.000 plaatsen noodzakelijk zou zijn om de club structureel naar een hoger niveau te tillen.

En zo ontstonden al snel de (ver)nieuwbouwplannen. Ook toen kwam het idee weer langs om op een andere locatie tot nieuwbouw over te gaan, maar die gedachte ging van tafel voordat het überhaupt de kans kreeg om er op te komen liggen. Eensgezind trokken wij namelijk de conclusie dat Kowet onlosmakelijk verbonden is aan de Vetkampstraat – en omgekeerd.

Als Go Ahead Eagles uit De Adelaarshorst zou vertrekken dan verliest de club haar ziel, zo simpel is het.

En dus togen Hans de Vroome en ondergetekende begin 2014 avond na avond met het schitterende ontwerp van Martin Kleine Schaars onder de arm richting het gemeentehuis om de plannen aan alle individuele politieke fracties te presenteren. Doel: het verkrijgen van steun voor de uitbouw én voor de financiering van de benodigde € 11 miljoen.

Vanwege het -ook op de burelen van het stadhuis zeer gewaardeerde- conservatieve financiële beleid luidde ons voorstel om de verbouwing in twee fases op te splitsen: in eerste instantie (in 2015) de Hoofdtribune en de Leo Halle tribune en, ervan uitgaande dat we in de Eredivisie zouden blijven, vervolgens in 2017 de IJssel- en de Brinkgreverwegtribune.

Eind mei 2014, dus al ruim 10 jaar geleden, kwam er een principeakkoord op het totale plan. Ook de volledige Deventer politiek was van mening dat Go Ahead Eagles op haar huidige locatie gevestigd diende te blijven. Er werd daarbij volmondig erkend dat niet alleen de club maar ook de combinatie De Adelaarshorst – Vetkampstraat een grote commerciële waarde voor de stad vertegenwoordigen.

Zoals bekend werd in 2015 de eerste fase, een uitbreiding naar 10.400 plaatsen, uitgevoerd. Vanwege de sportieve resultaten gedurende de daaropvolgende seizoenen, vier van de vijf werden op het tweede niveau gespeeld, werd vooralsnog van de tweede fase afgezien.

Nu de club voor het vierde achtereenvolgende seizoen in de Eredivisie uitkomt, is het echter zaak om door te pakken en de geplande verdere uitbreiding op korte termijn uit te voeren. De vraag vanuit de achterban is groot en meer inkomsten zijn nodig om de kans op een langdurig verblijf op het hoogste niveau te maximaliseren.

Dat een aantal buurtbewoners in dit late stadium alsnog bezwaar tegen de tweede fase heeft aangetekend en daarbij voor een vertrek uit De Vetkampstraat pleit, is niet alleen uitermate teleurstellend maar tevens onbegrijpelijk.

Immers, dit proces is -om het nog maar een keer te benadrukken- dus al ruim tien (!) jaar geleden ingezet én vanuit de gemeente akkoord bevonden. De bewoners hebben derhalve ruim de tijd gehad om hier iets van te vinden.

En laten we wel wezen, we hebben het hier over een 20-tal wedstrijden (lees: dagen) per jaar. De overige 345 dagen vormt De Adelaarshorst een oase van rust, veel meer dan een bewoner op een willekeurige andere plek in Deventer zou ervaren.

Is het nou echt teveel gevraagd om een beetje flexibiliteit op te brengen?   

Vorig artikelHelios trekt aan het langste eind
Volgend artikelAdelaarsoog op Sparta uit
Edwin Lugt
Edwin Lugt (1962, Delft) vervulde de positie van voorzitter van Go Ahead Eagles gedurende de periode 2013-2018. Daarvoor was hij in het voetbal al actief als voorzitter van SV Epe (4 jaar), directeur van de Coöperatie Eerste Divisie (6 jaar) en directeur van de Australische topclub Sydney FC (2 jaar). Eind 2021 verkocht hij zijn sinds 2011 opgebouwde telecombedrijf aan DeltaFiber. Sindsdien verblijft hij met zijn vrouw Henriette 6 maanden per jaar in Australië, waar één van hun drie kinderen studeert.