Noem me gerust een softie. Ik heb iets met spelers die niet kunnen spelen. Dan bloedt mijn hart. Zeker in tijden waarin alles meer dan goed gaat en iedereen staat te juichen en te dansen. Ik doe er zelf aan mee en heb in vele columns mijn diepe dankbaarheid en bewondering over de huidige roodgele helden uitgestrooid. Cynisme is mij vreemd en dus zijn het ook voor een romanticus als ondergetekende gouden Kowet-tijden. Ik kom woorden en zinnen te kort.

Maar ergens in mijn ooghoeken zitten de woorden die nog niet in de juiste zinnen passen. In die ooghoeken beweegt zich de speler die hunkert naar de bal. En die komt zelden naar hem toe. Er is iets mis. Geen zelfvertrouwen, een onwillende spier, een ledemaat dat rammelt, een trainer die twijfelt. Er kan van alles zijn. De spotlights draaien in de Adelaarshorst alle kanten op, maar hij kan ze niet pakken. Soms een flard, soms een fotootje, soms de gedachte bij de supporters: waar is hij ook al weer?

Dit seizoen gaat het gelukkig veel over Sylla Sow, de man die vorig seizoen nog worstelde met de schaduw. Schitterende speler, die Sow, en sinds de rust heerst in zijn leven hebben we een hoop plezier van hem. Bijna geruisloos is hij in de rol gekropen van een bijna vergeten man. Op 4 juli van dit jaar kwam het bericht dat Finn Stokkers oogproblemen had. En dat ie er maanden uit zou liggen. Dat was flink schrikken, maar de wanen van de dagen grepen ons vast en Go Ahead staat vijfde, mensen, zegt dat voort. Het werd stil rondom Stokkers, toch de speler die vorig seizoen plotsklaps menig belangrijk doelpuntje kon scoren. We hadden onze mond vol over de basiself, we zongen dat Hake kampioen werd en ‘Sow Sylla Sow’ werd een fijn liedje.

Drie weken terug schoof een zwaar gordijn open en verscheen Finn Stokkers alsnog ten tonele. Hij liep rondjes en hij lachte en hij zwaaide. Hallo, daar was ie weer. De media berichtten dat Stokkers bezig was aan de laatste fase van zijn revalidatie. Dat was goed nieuws, want dat zou betekenen dat trainer Hake nog maar eens een gevaarlijke klant in zijn al imposante voorhoede erbij kon zetten. Daarna werd het weer stil rondom Stokkers en ging het als vanzelf weer over Willumsson en Rommens, de twee meesters van een geweldige ploeg.

Ik denk aan de blonde speler met het verstilde verlangen. Hoe lang nog moet hij wachten? Reikhalzend kijk ik uit naar de rentree van Finn Stokkers. Ik gun iedereen alle minuten op het veld, maar hem op dit moment net even wat meer. Omdat ik denk te weten wat hem de laatste maanden is overkomen. Het voetballersbestaan hangt altijd van geluk en domme pech aan elkaar en niet zelden aan een zijden draadje. Een oogblessure lijkt me geen kattenpis, ik denk dan meteen aan Edgar Davids die plots zoveel druk op zijn ogen voelde dat ie nooit meer zonder bril kon. Davids kwam terug, beter dan ooit. Maar ik weet hoe zijn gemoed was in de periode waarin hij niet kon spelen, niet kon vechten, niet kon voetballen.

Een speler wil spelen, die wil de bal voelen, het gras ruiken, de mensen horen zingen en juichen. Dat verlangen wordt groot als de tijd vordert en de weg naar de roem wordt belemmerd. Stokkers zal de dagen hebben geteld, de dagen hebben afgestreept. Geef hem de bal, geef hem de spotlights en hij zal bevrijd over het veld gaan. Ik verheug me nu al op het ovationele applaus zodra de spits trappelend van ongeduld de wei weer in mag.

Vorig artikelABS verspeelt punten uit bij Vasse
Volgend artikelDeventer Voetbal topscorer – week 45
Robert Heukels
Robert Heukels (1969) werd geboren in het St. Jozef ziekenhuis, bijna op de middenstip van de Adelaarshorst. Zijn oma breide jarenlang sjaals in de kleuren van juweel. Vanaf 1992 zette hij zich in voor de club, met als hoogtepunt de functie van teammanager onder Foeke Booy en Dennis Demmers. Voormalig hoofdredacteur en momenteel schrijft Robert boeken over voetbal zoals, de in mei uitgekomen, biografie van Louis van Gaal.