Wekelijks delen bekenden met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Voor dit seizoen zijn dit Erdal Ascipinar, Robert Heukels, Edwin Lugt en Martijn Jongbloed. Deze week is het weer de beurt aan Erdal Ascipinar!
Toendertijd m’n vader en z’n compagnon ons restaurant van de hand deden, moest ik zo snel mogelijk een nieuwe baan vinden, omdat ik en m’n verloofde graag wouden trouwen en samenwonen. Na her en der gewerkt te hebben, kwam ik uiteindelijk bij een Deventer palletbedrijf in vaste dienst als machine operator.
Aangezien ik in het bezit was van een Havo-diploma én een MBO-diploma (kon namelijk in de 2e klas instromen, daar ik al een Havo diploma had), vonden vele mensen in mijn omgeving het werk wat ik deed als machine operator laaggeschoold. Ze vonden het werk ietwat onder mijn niveau. Terwijl ik juist de sfeer en het werk op zich wel leuk vond. Oké, het was niet op een net en schoon kantoor, maar in een stoffige en ietwat luidruchtige fabriekshal.
Het werk daar was ook zwaarder in tegenstelling tot kantoorwerk, maar dat boeide mij niet, want van hard werken is niemand vies geworden. Sterker nog, het vormt je uiteindelijk. Ik had daar een vast salaris, een vaste baan met doorgroeimogelijkheden én ik kon lekker samenwonen met mijn vrouw.
Op een gegeven ogenblik en vooral door aandringen van familie en vrienden ging ik voorzichtig toch maar rondkijken naar een andere job. Uiteindelijk kon ik bij een uitzendbureau als werknemer aan de slag om te bemiddelen tussen uitzendkrachten en bedrijven. Ik kreeg destijds een eigen gsm, een auto van de zaak met een benzinepas, meer salaris en ook werd de rugtas ingeruild voor een aktetas. Mijn dagelijkse ‘fabriekskloffie’ werd vervangen door een nette pak met dito stropdas.
De spontane losse Erdal veranderde in een stijve serieuze hark. Na 3 weken werken, voelde ik mij erg ongelukkig in mijn nieuwe werkomgeving, ik miste vooral de ongedwongen sfeer van mijn voormalige werkgever en mijn oude collega’s. Om een lang verhaal kort te houden, maakte ik na een kleine maand als ‘bemiddelaar’ gebruik van mijn opzegtermijn, ik voelde mij namelijk erg ongelukkig ondanks de ‘promotie’ . Hier was ik gewoonweg niet op mijn gemak, ik kon niet presteren wat ik altijd wel had gedaan als machine operator.
Ik belde gelijk mijn oude werkgever op en die stond te trappelen dat ik weer terugkwam en ik kon gewoon verder gaan met het werk wat ik daar altijd al uitvoerde. Gelukkig kwam de spontane Erdal snel weer terug. Dat ik later de kans kreeg om bij de NS te gaan werken als Hoofdconducteur (bijna 23 jaar nu en hedendaags nóg steeds met heel veel plezier) doet het er verder niet aan toe waar ik met deze column heen wil gaan. Sowieso moet je nooit de deuren achter je dichtgooien. Nooit. Daarom kon ik ook weer gelijk terugkomen terwijl ik zelf ontslag had genomen bij het palletbedrijf.
Afgelopen zondag zagen wij de wederopstanding van Victor Edvardsen op het Kasteel. Vorig jaar had Victor niet gebracht waar we met z’n allen op hoopten, daar hij voor ‘Kowet doen’ veel geld kostte. Zes doelpunten en 1 assist stond er na 34 wedstrijden op zijn conto afgelopen seizoen, natuurlijk veels te weinig voor een spits van dat kaliber. Er was onvrede van beide kanten. Ook zou hij waarschijnlijk weggaan, dan toch weer niet. Toen toch weer wel en sterker nog, Victor was al door de medische keuring bij Barnsley in Engeland, welke hij glansrijk had doorlopen. Maar toen kreeg Victor het benauwd en diep in z’n hart wou hij gewoon slagen bij het mooie Kowet.
Eigenlijk was hij al een beetje aan Deventer gewend geraakt. Het gras is niet groener ergens anders, zoals ik het zelf ook had ervaren destijds. Victor bedankte echt in de allerlaatste minuut Barnsley voor het vertrouwen in hem, maar vertelde hen, dat hij gewoon bij Kowet voor z’n kansen zou gaan.
Zondag tegen Sparta op Spangen speelde hij een puike wedstrijd, hij ging voor elke bal, schermde de bal steeds goed af, strooide met passes en maakte een heerlijke ‘van Bastiaans’ doelpunt, een prachtig lobje verdween achter topkeeper Olij. En niet te vergeten zijn poging om van ongeveer 60 meter afstand een goal te scoren door met de wreef de bal technisch zo perfect te raken, helaas stond daar de lat in de weg. Het zou anders het doelpunt van het jaar zijn geworden. 100%. Maar Victor leek gelukkig herboren. Persoonlijk denk ik dat wij als Kowet supporters nog veel gaan genieten van Victor in de toekomst.
Ook Luca Plogmann onderscheidde zich op Spangen, keepte bijna foutloos en redde bij een vrije trap van Sparta, ‘2 doelpogingen in 1 seconde’, door de beide inzetten katachtig te pareren. Verder speelden Kramer en Nauber achterin ook erg goed, gaven bijna niks weg aan de spartelende Spartanen. Ook Bobby Adekanye zat lekker in de wedstrijd, er kwam voortdurend gevaar van hem af en uiteindelijk baalde hij dat ie gewisseld werd.
Maar dat lag ook een beetje aan hem zelf, daar hij lang ‘geblesseerd’ op de grond bleef liggen en o.a krampverschijnselen vertoonde. Terecht dat hij dan gewisseld werd daar men simpelweg geen risico wou nemen met een nog fitte reservebank achter de hand. Dat dan Bobby ineens ‘herboren’ opstond en gebarend liet zien dat hij het er niet mee eens was met deze wissel, schrijf ik maar toe aan z’n onvolwassenheid en winnaarsmentaliteit op dat moment, daar hij immers ‘lekker’ in de wedstrijd zat. Niet te zwaar aan tillen dus, aai over de bol door Simonis en door. Geen onnodige rel creëren.
Uiteindelijk hebben wij dikverdiend gewonnen in Rotterdam en zeer belangrijke 3 punten behaald om snel tot 35 punten te komen. Het hoofddoel van ons Kowet is; ‘niet degraderen’. Alles meer is mooi meegenomen.
Zaterdagavond wacht een heerlijke strijd tussen de Deventer adelaars en de Amsterdamse godenzonen. In een vol Adelaarshorst aan de Vetkampstraat middenin een gezegend volkswijk (minus een paar huizen dan). Het overgrote deel (zo’n 90%) van de hele wijk is juist heel trots op de club én het stadion en willen ook dat de twee overige tribunes zo spoedig mogelijk aangepakt gaan worden en hierdoor het stadion straks voor 13.000 supporters toegankelijk wordt.
Voor de paar tegenstanders, zeg ik; ‘Knoop het goed in je oren dat de Adelaarhorst hét cultureel erfgoed van Deventer is en voor eeuwig aan de Vetkampstraat hoort. Krioelend door de straten willen wij allemaal pappa’s en mamma’s met kids naar Kowet zien gaan’. Op de fiets of lopend. Voor altijd. Dit is wat Kowet maakt en Kowet blijft. Gewoon ‘gewoon’ doen. Vooral koesteren wat je hebt. Zoals ik zelf, in de jaren 90 al had ervaren en recentelijk Victor Edvardsen ook. Dan komt uiteindelijk alles weer goed.
Kan niet wachten tot zaterdagavond om vanaf het station lopend het ‘lichtgeluk’ van de 4 stalen broeders tegemoet te lopen, middenin een woonwijk. Komoptan Eagles🙌🏻♥️💛