Samen met Carlo Giugie, Marco van den Berge, Henk Nieuwenhuis vormt Johan Timmer het team Adelaarsogen van dit seizoen. Hoe kijkt hij naar de eerstvolgende wedstrijd van ons Kowet, aankomende donderdag het Europese treffen om 21.00 uur in De Adelaarshorst?
“’n Abend allerseits”
Daarmee startte de legendarische Heribert Faßbender altijd de uitzendingen van de Sportschau in de jaren negentig. En voor je het wist, zat je als jongen met je vader op de bank, terwijl de Sportschau je meenam in de prachtige wereld van het Duitse voetbal.
Toen moesten we het doen met twee Nederlandse en drie Duitse zenders (ARD, ZDF en WDR), maar dat was ruim voldoende om verliefd te worden op dat Duitse voetbal: de volle stadions, de beleving, de prachtige schwalbes en nog mooiere fallrückziehers. En voor wie dat niet weet: Klaus Fischer was een kunstenaar. Zoek maar eens op!

En nu, jaren later, komt zo’n Duitse grootmacht gewoon naar Deventer. VfB Stuttgart. Die Schwaben. Die Roten. Geen glamourclub als Bayern, geen Arbeiterverein zoals Borussia Dortmund of Schalke 04, maar wél een echte Traditionsverein. Een club die er vanaf het begin bij was, een paar keer viel, en net zo snel weer opstond. Vijf landstitels en drie bekers verder dan wij. En een achterban en ledenbestand waar je half Deventer in kwijt kunt.
Het is de club van Ottmar Hitzfeld, Mario Gómez, Dieter Hoeneß, Sami Khedira en natuurlijk Jürgen Klinsmann. Namen die de huidige Playstation-generatie misschien nauwelijks kent, maar die elke voormalige Sportschau-kijker onmiddellijk terugwerpen naar de voetbalromantiek van weleer.
Voor mij is Stuttgart in de Adelaarshorst een affiche waar je toen alleen maar van mocht dromen. Rood-wit, strak borstbandje, dat iconische logo. Ergens tussen traditie en trotse koppigheid in. Zelfs hun actie rondom de uitkaarten ademt die geest: 500 plekken, meer dan 2.000 gegadigden. Eerst de vaste uitreizigers belonen, daarna een loting voor zestig gelukkigen. Tientje inleggen, opbrengst naar hun stichting Brustring der Herzen. Een sympathiek staaltje van Duitse maatschappelijke verantwoordelijkheid. We zouden er bij Kowet nog wat van kunnen leren, zeker wanneer de discussie over uitkaarten hier weer eens oplaait.

Maar goed, het voetbal. Stuttgart speelt Vollgasfußball: veel energie, veel druk op bal en tegenstander, snelle combinaties naar voren. Ze houden de lijnen kort, drukken hoog en lopen tot ze erbij neervallen. Afgelopen weekend knokten ze zich in de 91e minuut van een 3-2 achterstand naar 3-3 in het Westfalenstadion. Dat is niet alleen knap — dat is typisch Duits.
En ondanks het vertrek van Woltemade hebben ze met Deniz Undav gewoon weer een spits die achteloos een hattrick maakt in Dortmund. De eerste was zelfs een pareltje (kijk maar eens op YouTube). Verder is het, eerlijk is eerlijk, deels een elftal van namen die je niet onmiddellijk op je netvlies hebt staan. Misschien wordt het daarom weer eens tijd om de Sportschau wat consequenter op te zoeken.
Dan Kowet. Je kunt optimist zijn, je kunt realist zijn, maar het is moeilijk om de afgelopen weken níet met enige teleurstelling naar de ranglijst te kijken. Feyenoord-thuis bracht drie bonuspunten, maar die werden het weekend erna meteen weer weggegeven in een wedstrijd die je vriendelijk ‘ondermaats’ mag noemen. Geen druk, geen tempo, geen creativiteit. Het tempo en het schrijnende gebrek aan assists, doelpogingen en doelpunten van dit middenveld doen vooral verlangen naar aanpassing. Want eerlijk is eerlijk: dit middenveld creëert 0,0.

En dus maar de tactiek van lange ballen op Smit, omdat er te weinig aansluiting is. Te weinig voetbalvermogen, te weinig durf en veel, veel te weinig van dat lekkere combinatievoetbal dat ons de afgelopen jaren wél is voorgeschoteld.
De wedstrijden tegen Sparta, Telstar, NAC en Heracles vertellen daarom meer over dit seizoen dan de toppot tegen Feyenoord, het onnodige puntverlies tegen Ajax of het verlies om de Johan Cruijff Schaal tegen PSV. Met een beetje zakelijkheid en gedurfde tactiek had Go Ahead nu ergens tussen de 22 en 24 punten kunnen — en zelfs moeten — staan. Dat mag best terugkomen tijdens de winterevaluatie: tactiek, wisselbeleid en energie. Het kan en moet allemaal beter. Verschuilen achter de ambitie om degradatie te ontlopen is allang niet meer van deze tijd. Met deze spelersgroep hoor je minimaal in het linkerrijtje te eindigen.
Toch is het typisch Kowet om juist in Europa de vonk voor het heilige vuur weer te vinden. Zes punten tegen tegenstanders van formaat, terwijl niemand dat verwachtte. Het zegt iets over deze ploeg: als het moeilijk wordt, kunnen ze het ineens wél. En daarom blijf ik, net als Eus, vasthouden aan mijn inmiddels voorspelbare voorspelling: 2-1. Donderdag weer. En daarna tegen Utrecht nóg eens 2-1. Optimisme is tenslotte óók traditie.

Dus donderdag om 21.00 uur richting de Adelaarshorst. Zingen, juichen, aanmoedigen. Misschien dat Suray dan een mooie, winnende Fallrückzieher maakt à la Klaus Fischer. En wie weet beginnen we de avond met Heriberts openingszin en sluiten we de avond af zoals Reinhard Mey ooit zong:
“Gute Nacht, Freunde. Es wird Zeit für euch zu gehen…”
“Was ich noch zu sagen hätte”
“Dauert eine Zigarette”
“Und ein letztes Glas im Stehen”
“Danke für die drei Punkte.”
#komoptan #Eagles @gaeagles #GAEstu




















