Wekelijks delen bekenden met roodgele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Dit seizoen zijn de vier columnisten Erdal Ascipinar, Robert Heukels, Martijn Jongbloed en Edwin Lugt. Vandaag de ALLERLAATSTE column van Robert. Wij zijn hem ontzettend dankbaar voor zijn geweldige columns de afgelopen jaren.
- REDACTIE
Robert staat bekend om zijn beeldende, emotionele en vaak poëtische schrijfstijl. Zijn werk bij ons kenmerkte zich meermaals door het gebruik van treffende metaforen en uitdrukkingen die de passie en het sentiment rond ‘zijn’ Kowet en haar supporters benadrukken. Een voorbeeld hiervan is zijn verwijzing naar het vertrek van spelers als een vorm van verlies:
“Een beetje dood ging ik al in de winter van 2021 toen me duidelijk werd dat Kees van Wonderen geen derde seizoen bij Go Ahead zou blijven en langzaam sterf ik heel wat af, nu ook Luuk, Boyd, Ragnar, Paul, Andries, Jacob en al die anderen hun adieu hebben uitgesproken.”
Daarnaast gebruikt Heukels regelmatig uitdrukkingen die de trots en het unieke karakter ‘van de’zijn’ cluppie benadrukken, zoals:
“De magie deed zijn werk en Floris vindt Ajax best leuk, houdt van Napoli, Milan, Barcelona en PSG, maar Kowet, daarmee is zijn kamertje begeesterd.”
Robert’ stijl wordt gekenmerkt door een diepgevoelde verbondenheid met de club en een talent voor het verwoorden van de emoties die daarbij horen. Zijn ‘fluwelen pen’ streek altijd passievol over het scherm van Deventer Voetbal. Wij en ook de vele vele lezers, we gaan hem missen op dit vrijwilligersplatform.
Dank je wel Robert!
Op naar zijn laatste column:
ROBERT HEUKELS :
Niet zo gek lang geleden maakte Kick Uitgevers een stoeptegel van een boek over Go Ahead (Eagles). Zeshonderdveertig pagina’s, een kilootje of vijf zwaar. Ik zet dat Eagles maar tussen haakjes, want de roemruchte tijden van vroeger overschaduwden de recente decennia behoorlijk. Vroeger, ja, toen. Had je nog de Leeuw van Deventer, Leo Halle, werden we vier kampioen. Klonk nog de stem van Han Hollander. Wonnen de arbeiders uit Deventer het van de elite uit het westen. Maar toen het boek uitkwam was het 2018, een gruwelijk jaar in de geschiedenis. We hadden slechts de hoop dat de jaren die kwamen beter zouden worden.
Ik zie ons nog staan bij de presentatie van het boek. Alle auteurs mochten een legende zo’n tegel in de hand duwen. Nico van Zoghel was er, Leon de Kogel was er, Richard Thannhauser leefde nog en die gaf het aan Carla, ikzelf gaf het aan Michel Boerebach. We pinkten soms een traantje weg en verloren ons in weemoed. Zelfs de jaren ’60, ’70 en ’80 leken ineens zo heroïsch, het zou vast nooit meer zo goed worden. We stonden lager dan laag in de KKD en speelden beroerd voetbal. In de verte kwam de nieuwe grootaandeelhouder Alex Kroes eraan en die zou zeggen dat we ooit plekkie veertien in de eredivisie moesten nastreven. Hahaha, lachten we, je kon wel zien dat die man uit de Ajax-schoot kwam.
Ik moest eraan denken toen we op 21 april 2025 ronddwaalden in De Kuip. Ik werd omgeven door geschiedenis. Henk ten Cate, John Oude Wesselink, Edwin Overmars, Alfons Arts, Marco Heering, Dennis Hulshoff, Ton Witbaard, de broers Suk, Jarchinio Antonia, Marnix Kolder, Marco Parnela, Sjoerd Overgoor, gelukkig ook nog Jo Körver, daar liep Jantje Michels met Toine Rorije en zoals altijd in mijn buurt Michel Boerebach. Onwezenlijk gevoel, ik zat er gewoon middenin, de decennia trokken aan me voorbij en ineens zaten al mijn helden niet meer aan de gouden kant van de tijd, maar schitterden ze –dat nog wel- aan de schaduwzijde. Want daar op het veld, ja jongens, wat daar liep, dat was andere Deventer koek.
Ik bedacht me dat we de laatste zeven jaar hadden zitten kijken naar Sam Beukema, Willum Willumsson, Oliver Edvardsen, Philippe Rommens, Oliver Antman en Jakob Breum. Dat we keepers onder de lat kregen als Jay Gorter, Jeffrey de Lange en Jari de Busser. Dat we aanvoerders koesteren als Jeroen Veldmate, Bas Kuipers en Mats Deijl. Dat in hun spoor voetballers rondlopen die minimaal subtop eredivisie zijn, met de belofte dat het ooit nog wel eens veel gekker kan worden, want ze zijn nog zo jong. Ik prevelde zachtjes ‘dankjewel Hans, dankjewel Alex, dankjewel Kees.’ Ik tuurde naar de overkant waar de twee architecten van nu zaten. De mannen die dit bizarre succes allemaal bedachten droegen als twee comedians een grappig roodgeel vissershoedje dat nu iedereen wil hebben. Althans, ik wel.
In Rotterdam draaide een nieuwe film van een nieuwe regisseur, een rijzige kale man met een piepjong uiterlijk en een scherpe blik. Hij regisseerde kalm en doortastend. De eeuwige fladderaars die soms hoog reikten om dan weer diep te vallen vervaagden en de vogels van nu werden winnaars. Ik besefte het. De stoeptegel van Kick Uitgevers was te vroeg gekomen. Er was in 2018 geen enkele aanleiding geweest te wachten op het onvoorstelbare dat komen zou. Maar het kwam. De Eagles mestten zich in zeven jaar vet om onstuitbaar naar een roodgele hemel te vliegen, om daar te krijsen van triomf.
Ieder Deventer jongetje van vier heeft nu weer een droom. Ieder Deventer meisje van vier wil later een Eagle zijn. Er is een nieuwe tijd, een nieuw realisme. Die vraagt om nieuwe boeken, nieuwe verhalen, nieuwe inspiratie. Ik tuurde naar het veld en besloot dat dit het moment was mijn pen neer te leggen om mijn handen vrij te maken voor een eindeloos applaus.
Nee. Ik stop niet op het hoogtepunt, want dat hoogtepunt moet decennia gaan duren. Maar het is wel een heel mooi scharnierpunt in de historie om de roodgele fakkel over te dragen. Ik droom, ik wens, ik hoop dat er nieuwe scribenten nieuwe stukken, nieuwe verhalen, nieuwe boeken schrijven over de avonturen van het nieuwe Go Ahead Eagles op dit prachtige podium van Deventer Voetbal. De pen ligt klaar voor de toekomst, ik heb de pen met liefde gehanteerd.





