Wekelijks delen bekenden met roodgele roots hun visie op Go Ahead Eagles en alles eromheen. Het was alweer vier weken geleden dat ie mocht ‘shinen’: deze week is het weer tijd voor de column van Edwin Lugt!
VOOR DE EEUWIGHEID IN HET GEHEUGEN GEGRIFT
Daar zit je dan. Ruim zestienduizend kilometer verderop. Weliswaar in de voorjaarszon van, naar mijn mening, een van de mooiste steden ter wereld — Sydney — maar precies in de maand die misschien wel de mooiste uit de geschiedenis van Go Ahead Eagles is gebleken. Een maand ook die ik oorspronkelijk niet zou missen.
Mijn plan was immers om pas eind november naar Australië af te reizen. Familieomstandigheden dwongen me echter om al half oktober naar de andere kant van de wereld te vliegen. Daar heb ik geen seconde spijt van gehad — zoonlief lag in het ziekenhuis — maar daardoor miste ik wel precies die drie wedstrijden waar elk Eagle-hart sneller van gaat kloppen: thuis tegen Aston Villa, uit bij Red Bull Salzburg en thuis tegen Feyenoord.
Over de eerste, zeker gezien het resultaat behorend tot de meest memorabele wedstrijden ooit in De Adelaarshorst gespeeld, is inmiddels al genoeg gezegd en geschreven. Zelfs hier in Sydney weten voetballiefhebbers inmiddels van het bestaan van Go Ahead Eagles, dankzij de wereldprestatie van de kleine volksclub uit Deventer.
Maar dan die tweede, in Oostenrijk — de massale volksverhuizing naar Salzburg in een roodgele karavaan van maar liefst 4.000 fans. Met een geweldige sfeer, zowel in de stad als in het stadion. Waar in de avond voorafgaand aan de wedstrijd de Nederlandse meezinghits door de luidsprekers van de kroegen in de stad van Mozart schalden. Als een soort après-ski, maar dan twee maanden te vroeg. Waar mensen die elkaar nog nooit eerder hadden gezien, elkaar binnen vijf minuten als vriend beschouwden.
Uiteindelijk draait het daar allemaal om: verbinding. Dát is het mooie van voetbal — en sport in het algemeen. Ongeacht achtergrond, etniciteit, geloof of politieke voorkeur. Er is werkelijk niets dat de gezamenlijke liefde voor een club of land kan evenaren. Dat euforische, onoverwinnelijke groepsgevoel is iets dat je als voetballiefhebber minstens één keer in je leven moet hebben ervaren. En als dat gebeurt, dan word je erin gezogen en laat het je nooit meer los.
Wat ik op de verschillende filmpjes op social media zag, deed me denken aan de sfeer in Kilian’s Irish Pub in München na de met 2–0 gewonnen finale van het EK ’88, de hossende massa in Orlando’s Church Street na de 2–0 overwinning op Ierland tijdens het WK ’94, en het feest op de terrassen van de oude haven van Marseille na de 2–1 winst op Argentinië in de kwartfinale van het WK ’98. Die ervaringen staan bij mij voor altijd in het geheugen gegrift, en ik hoop dat hetzelfde geldt voor al die fans die met het team mee naar Salzburg zijn gereisd.
Dáár ben ik de spelers, de technische staf en de directie misschien nog wel het meest dankbaar voor. Dat zij ervoor hebben gezorgd dat het hondstrouwe Deventer publiek — decennialang nou niet echt verwend — de kans heeft gekregen om dit een keer in deze omvang mee te maken. (Brann Bergen-uit en Panathinaikos-uit waren mooi, maar toch anders.)
De wedstrijd zelf leek bijna van secundair belang, maar dat was het natuurlijk niet. Met al zes punten uit drie wedstrijden op zak zou een goed resultaat de kans op overwintering nu al dichtbij brengen. De terechte 2–0 nederlaag was op zich geen schande, en met nog vier wedstrijden te gaan zijn de kansen hierop nog volop aanwezig.
Drie dagen later mocht het team opnieuw aan de bak, en nog wel tegen titelkandidaat Feyenoord. Nu is het een soort ongeschreven regel dat ‘Europees spelende’ clubs in de nationale competitie nadeel ondervinden van het drukke schema, zeker als de selectie aan de smalle kant is. Dat laatste geldt op dit moment zeker voor Go Ahead, met vaste waarden als Jakob Breum, Victor Edvardsen en Gerrit Nauber tijdelijk uit de roulatie vanwege blessures.
Maar ook die wet bleek niet aan Go Ahead besteed. Aangemoedigd door een dolenthousiast publiek werd Feyenoord in De Adelaarshorst voor de eerste keer in negen jaar tijd verslagen. De onverzettelijkheid, strijd en passie spatten er weer vanaf, en kwamen wat mij betreft volledig samen in het doelpunt van (mijn favoriete speler) Dean James.
De opmerking van Feyenoords aanvoerder Sem Steijn — dat “deze week veel van ons heeft gevraagd”, na de uitwedstrijd bij VfB Stuttgart — vond ik in dat kader wel vermakelijk. Waarschijnlijk zou geen enkele speler van Kowet bij Feyenoord in de basis hebben gestaan. Maar in Deventer overheerst op dit moment de grinta — en daar bleek zelfs Feyenoord niet tegen opgewassen.
Dat er dit seizoen nog vele mogen volgen.




















