Wekelijks delen bekenden met roodgele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Voor dit seizoen zijn dit Erdal Ascipinar, Robert Heukels, Edwin Lugt en Martijn Jongbloed. Deze week deelt de hoofd opleidingen van Go Ahead Eagles, Martijn, zijn ervaring met de Onder13 van Go Ahead Eagles met ons!
“Was het maar weer even O13”
Het is de 69e minuut in Diepenveen. Cambuur scoort de 1-2 tegen onze Onder13 (O13). Vijf seconden later ligt er een complete bank op het veld. Spelers, staf, wissels, iedereen. Armen omhoog, gebalde vuisten, een gil die door merg en been gaat. Geen kampioenschap, geen finale. Gewoon een zaterdag in Diepenveen. Maar wel één met vuurwerk.
Drie minuten later. Blessuretijd. Scrimmage. Kluts. De bal stuitert via drie benen richting de tweede paal. 2-2. Nu zijn wij aan zet. Spelers rennen het veld op, een trainer glijdt bijna uit in zijn enthousiasme. Iemand verliest zijn bidon. Een andere jongen zijn stem. Cambuur is verslagen, al staat het gewoon gelijk.Ja, dit is O13.
Na afloop zitten we in de bestuurskamer. Twee kannen koffie, kleffe koekjes en zes trainers met rode wangen. Niemand is blij met het punt, maar iedereen glundert. “Dit is toch waar het om draait?” zegt één van de trainers. We knikken. Dit mogen we nooit kwijtraken.
Van alle teams die ik heb getraind, heb ik het langst met O13 gewerkt. Bij amateurclubs, bij Go Ahead Eagles. Misschien zit het in mijn onderwijshart, maar dit blijft de leeftijd waar alles nog klopt. Geen zaakwaarnemers, geen gesprek over contractduur. Gewoon: voetballen. Fouten maken. Ruzie over wie in het hesje moet. Rennen alsof je leven ervan afhangt. En vijf minuten later vergeten dat je net huilde omdat je werd gewisseld.
Ze vallen. Ze staan op. Ze vergeten waarom. En scoren daarna de mooiste goal van de week.
Kom je kijken bij onze O13? Dan krijg je geen passieve blik of stiekem schouderophalen. Je krijgt een boks. Een hand. Een “hallo trainer” zonder ironie. Die jongens zijn nog niet bang om verbinding te maken. En wat je geeft, krijg je dubbel terug. De meeste jongens blijven dat doen, ook als ze bij O19 of O21 lopen. Omdat het in ze zit. Omdat het is begonnen toen ze O13 waren.
Toch maken we de zaterdagen steeds belangrijker. Alles lijkt op te hangen aan die wedstrijd. En ja, daar wil je in de basis staan. Daar wil je presteren. Maar diezelfde onbevangenheid van O13 zie je ook op dinsdagmiddag, bij de training. Als een jongen een penalty mist bij 4-4. Of een panna krijgt en daar de hele week mee moet leven. Voor hen is elke dag belangrijk. En misschien moeten wij dat ook weer wat meer zo zien.
Want hoe hoger je komt, hoe vaker je vergeet waarom je ooit begon.
De O13-trainer zei het laatst mooi: “De energie en puurheid waarmee deze gasten het spel beleven, dat is waarom ik coach.” En eerlijk? Soms kijk ik jaloers toe. Wij schrijven leerlijnen, wij bouwen structuren. Wij zijn verantwoordelijk voor de weg omhoog. Maar soms verlang ik / verlangen wij terug naar het zijpad zonder verkeersborden.
En wat kunnen wij leren van O13? Dat plezier geen luxe is. Het is geen ‘mooi meegenomen’.
Het ís de basis. Het voedt alles. Creativiteit, leergierigheid, veerkracht. Lachende spelers leren sneller. Lachende trainers trouwens ook.
De gelijkmaker van Mats in de bekerfinale? Die explosie van vreugde op de tribune? Dat gevoel is hetzelfde als die 2-2 in Diepenveen. Het moment telt. Niet de context. Niet de prijs. Gewoon het gevoel dat alles klopt, al is het maar voor even.
En misschien… heel misschien… moeten we onze trainersvergadering volgende week gewoon beginnen met een potje latje trappen.
Gewoon. Omdat het kan. En omdat O13 het allang doet.