IJsselstreek kwam met veel bombarie het veld op, vol zelfvertrouwen en energie. De sfeer zat er goed in en het leek erop dat de voorbereiding zijn vruchten had afgeworpen, al was het in werkelijkheid een dramatische voorbereiding.

Op een goed gevuld sportpark Rielerenk, met verrassend veel zon voor november, stond de derby tussen Davo en IJsselstreek op het programma. Een duel vol spanning, strijd, en – zo bleek – vooral zelfreflectie. Want na 90 minuten stond er 1-0 op het bord en dat hadden we vooral aan onszelf te danken.

De voorbereiding? Laten we zeggen dat het woord “professioneel” er niet echt op van toepassing was. Hoofden vol, spelers die zonder afmelding wegbleven – het leek meer op een familieweekend dan een wedstrijddag. En dat zag je terug: we waren niet scherp, dachten te makkelijk en speelden alsof het een oefenpotje tegen de veteranen van Davo was. Ironisch genoeg bleek dat precies het probleem — want de gemiddelde leeftijd van hun team ligt ergens tussen het Groot en Voorster bejaardentehuis, maar het zijn echt jongens van de club die zich voor elke meter doodvechten.

Gerrit Amelink liet nog maar eens zien dat klasse niet veroudert en interim-trainer Roy van Bussel had de zaakjes prima voor elkaar. Ook Ricardo Bosman, op leeftijd maar met meer loopvermogen dan menig twintigjarige, speelde een dijk van een pot. En geloof me: als teammanager geef ik niet snel complimenten – zeker niet aan iemand van Davo – maar dit was er eentje waard.

Toch had Jeremy van Krieken in de eerste helft dé kans om IJsselstreek op voorsprong te zetten. Helaas viel het vandaag niet mee, want ook Wesley de Witte had last van het beruchte goal-syndroom – het leek wel alsof de doos om zijn schoenen zat. Alles wat hij probeerde, wilde de bal er simpelweg niet in krijgen. Ondanks deze kansen gingen we met 0-0 de rust in, mede omdat Davo om de vijf minuten een “blessurebehandeling” nodig had. Tijdrekken op eredivisieniveau.

Wat nog opvallender was: de verdediging van Davo deed werkelijk alles om onze aanvallers af te stoppen. Er werden glijdende tackles uitgedeeld alsof ze het hele veld wilden omploegen – eerlijk, zelfs Deventer Groenbedrijf, dat normaal alles met machines omploegt, zou hier jaloers op zijn. Soms leek het wel een komische strijd tussen de finesse van onze aanval en de ruwe kracht van hun verdediging. Het was duidelijk: het beste individuele team wint niet altijd, want organisatie en karakter tellen vaak zwaarder dan talent alleen.

Na rust gebeurde wat iedereen vreesde: Davo prikte er eentje in – 1-0. Daarna gingen we nog wel op zoek naar de gelijkmaker, met Montana Maatman die na zijn invalbeurt voor de meeste dreiging zorgde. Ook Toon Doornberg kwam binnen de lijnen en viel uitstekend in — bracht rust, strijdlust én liet zien dat hij altijd voor de ploeg klaarstaat. Een echte teamspeler die ons, ondanks de nederlaag, nog even liet zien wat inzet betekent.

Zelfs toen de bal duidelijk over de lijn leek te gaan en wij al juichend richting middenstip renden, oordeelde de scheidsrechter dat het doelpunt niet geldig was. Het was een teleurstelling die de frustratie van de hele ploeg symboliseerde. Soms zit alles tegen en deze zondag was daar een duidelijk voorbeeld van.

Na het laatste fluitsignaal volgde nog een typisch derby-moment: vanaf de tribune galmde het klassiekertje “Jacky, neem je rotzooi mee!”. En eerlijk gezegd… na vanmiddag viel daar weinig tegenin te brengen. Maar goed – humor houden we erin, want één slechte wedstrijd maakt nog geen slecht seizoen.

De conclusie is simpel: veel praatjes, geen punten, en een goede voorbereiding begint niet op zondag om 13:45. Deze week de hoofden leeg, rug recht en op naar de volgende. We staan nog steeds vierde, en met de jongens die écht willen – zoals Toon – gaan we gewoon weer vol gas vooruit.

Vorig artikelSterk ABS wint overtuigend van Diepenveen
Volgend artikelDoelloos Go Ahead Eagles kopje onder in Breda – UPDATE foto’s