De eerste seizoenshelft van IJsselstreek eindigde zoals hij begon: frustrerend, wisselvallig en vooral… zelf veroorzaakt. De gifbeker was leeg, maar we hebben hem dit seizoen wel héél enthousiast zelf naar binnen gewerkt.

Na vier minuten stonden we alweer achter. Dat is geen pech meer dat is gewoon slecht beginnen. In de 6e minuut kopte Dillen Kornet goed in, maar de keeper van Haarle redde. DC Mekking schoot in de 13e minuut net naast. De kansen waren er dus, maar afmaken blijft een structureel probleem.

In minuut 20 ontstond er chaos. Een harde botsing tussen de Haarle-keeper en een IJsselstreek-speler. Terecht een penalty voor hands, maar toen begon de scène waarvan je denkt: dit verzin je niet.

De keeper van Haarle kon niet verder. Prima. Maar dan… Haarle had geen reservekeeper. Geen JO19-keeper. Geen B-selectie-keeper. Helemaal níemand.

En toen gebeurde het.

De scheidsrechter besloot tot een tijdelijke staking, terwijl Haarle op zoek ging naar hun reddende engel: “boer Harm”.

En wie komt er na een half uur opdagen?
Harm.
Op z’n tractor.
Rechtstreeks uit het weiland.
Waarschijnlijk nog met een halve koeienvlaai aan zijn klomp.

Je zag hem bijna denken:
“Ik was net de greppel aan het repareren, en nou mot ik ineens in de goal staan?”

Wij staan erbij en wachten, zoals we bij IJsselstreek blijkbaar moeten accepteren, want zo gaat dat bij ons. Maar laten we eerlijk zijn: als de rollen omgedraaid waren, hadden zij dit nooit geaccepteerd.

Gelukkig schoot Givan de penalty strak binnen: 1-1. Jeremy van Krieken maakte daarna een prachtige hakbal: 1-2. Even leek het wat te worden… maar zoals vaker dit seizoen: als wij op rozen zitten, blijken het brandnetels.

Een loepzuivere penalty werd niet gegeven, en vlak voor rust ging Molenaar weer opnieuw de fout  in. Dus in plaats van 1-3 werd het 2-2.

Tweede helft: welkom bij Roeivereniging SV Haarle

Tien seconden gespeeld: 3-2. Daarna stopt Haarle met voetballen en verandert het veld in een roeiclinic: bij elke bal hoor je vanaf de zijkant alleen maar “ROEIEN! ROEIEN!” terwijl wij erachteraan rennen alsof we figuranten zijn in een slechte sportdocumentaire. Uiteindelijk 4-2, terecht, want wij lopen te slapen.

Toch liet Givan zijn klasse zien. Met een knap aangelegde actie en een koelbloedige afronding maakte hij de 4-3, een moment van hoop in een verder kleurloze wedstrijd. Taoufik kwam nog dichtbij de gelijkmaker, maar raakte de paal. Het is de hele seizoenshelft samengevat: kansen missen, fouten maken, jezelf afstraffen, en af en toe een sprankje kwaliteit dat laat zien dat we het wél kunnen.

Conclusie

We kunnen naar de scheidsrechter wijzen, naar boer Harm, naar Roeivereniging Haarle… maar uiteindelijk zijn wij zelf de schuldigen. Slap begin, eigen goals, gemiste kansen, corners die niet werken, en ja, soms is het gewoon pijnlijk om dit team op zo’n dag mee te maken. Maar ondanks alles blijf je erbij, want het is je club, je kleedkamer, je team.

De winterstop komt precies op tijd. Even niks, even opladen, even ademhalen. Mensen zeggen: “We maken het goed in de tweede seizoenshelft.” Wat wil je goedmaken? Je hebt verloren van teams waar IJsselstreek 4 nog niet van verliest. Voor nu kan ik er persoonlijk echt niks mee, geen zin, geen energie, geen enkele illusie. Hopelijk volgend jaar iets beter: dat er eindelijk een idee achter zit bij spelmomenten, dat er geluisterd wordt naar wat ons team écht nodig heeft, en dat we niet weer tegen dezelfde chaos aanlopen.

Fijne feestdagen en een goede jaarwisseling want ondanks alles blijf ik verbonden met dit clubje, ook als het pijn doet.

Vorig artikelVoorbeschouwing amateurvoetbal – 6 en 7 december