Wekelijks delen vier bekende Deventenaren met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Robert Heukels, Gerard Somer, Erdal Ascipinar en Marco Timmer wisselen elkaar wekelijks af met een eigen column over hun cluppie. Ditmaal is het weer de beurt aan Robert Heukels.

De lente, de droom, de beloning

Mijn hoofd tolt in roodgele kleuren. Slapen gaat slecht. Ik schijn urenlang afwezig te zwijgen, soms iets prevelend van ‘hup Kees’ of ‘hup Jay’. Het virus ‘Kowet’ heeft mij danig in de greep. Koortsachtig speur ik naar nieuws over de jongens van roodgeel, ik heb het schema van de play offs nog niet naar wens ingevuld of ik denk al weer aan directe promotie zodat het schema de prullenbak in kan. Dan sta ik weer met Eus aan de poort van de Adelaarshorst te praten voor zijn Home of…, dan weer app ik uit pure opwinding met Alex en Hans, dan weer zoek ik als een overjarige groupie op Instagram contact met Sam, Jay of Luuk, dan weer zet ik roodomrand in mijn agenda dat ik om vrijdag 19.20 absoluut klaar moet zitten om dat godsgruwelijk mooie retroshirt te bestellen, want de vorige keer had ik het totaal gemist, je moet natuurlijk wel alert blijven.

Kortom. Het is bijna mei. De lente kleurt roodgeel, zoals het dat deed in 1992 en 2013 en de gedachten en dromen gaan nergens anders meer over dan over Go Ahead Eagles. Ik kijk zelfs naar vreselijk slechte wedstrijden in de eredivisie om in te schatten of we beter tegen VVV, Emmen, Willem II of RKC kunnen spelen en ik ga het jullie zeggen: VVV redt het niet eens, Emmen moet je niet willen tegenkomen want die Drentse Peruvianen dansen op de golven van plotseling succes, Willem II is net iets te goed en dus –je verzint het niet, twee jaar na die knotsgekke wedstrijd- lonkt de revanche tegen RKC en ja, die kunnen we winnen. Het is heerlijk, al die onzinnige gedachten, want je hebt er toch niks aan en op een goede dag win je van iedereen, op een slechte verlies je van allemaal, maar het is zo heerlijk te vluchten in de dromen van nu.

Ondertussen denk ik dat ik gek ben, tot ik lees hoeveel mensen al weer hun seizoenkaart hebben verlengd. We zijn met velen, we zijn niet gek, we zijn echte supporters, clubmensen, we zijn verenigd in de liefde voor ja wat, eigenlijk. Ik denk dat het de liefde is voor roots en thuis, voor vertrouwde geuren, kleuren, herinneringen. Het is de liefde voor generaties die ons voor gingen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik oom Anton als controleur kaartjes scheuren op de IJsseltribune en zie ik hoe oom Jan in zijn broek plast, vlak voor zijn dood, op de perstribune waar hij ongegeneerd en stralend ging juichen na een doelpunt, zijn laatste stukje geluk in het leven. Opa’s, vaders, zonen, oma’s, moeders, dochters. Deventer.

Die diepe liefde voor roots versus de vluchtigheid van het bestaan. Het botst in mijn hart, maar het is merkwaardig hoe Go Ahead die clash weerstaat. Natuurlijk, ik weet het. De jongens die het nu voor ons doen, pakken straks hun koffers vol herinneringen aan enkel een jaartje, soms twee jaartjes, heel soms drie. De staf, de beste die we sinds Erik ten Hag hebben gehad, zal niet voor eeuwig bij ons zijn. Maar in heel korte tijd, misschien ook door de intensiteit waarmee we vluchten in dromen in tijden van corona, heeft het huidige Go Ahead zich genesteld als een onvergetelijk stripboeken-stel in mijn hart. Jay ‘chewing gum’ Gorter, Sam ‘komt die kopbal’ Beukema, Luuk ‘warrior’ Brouwers, Jacob ‘smile and sweat’ Mulenga, Kees ‘Arendsoog’ van Wonderen, Boyd ‘toet toet boing boing’ Lucassen, ja, zo kan ik nog wel even doorgaan. Overigens, die laatste, wat een mannetje is dat. We hebben het zelden over hem, maar ik denk echt dat Boyd een tweelingbroer heeft. En die speelt stiekem al het hele jaar mee. Anders valt het niet te verklaren hoe het komt dat Boyd in alle spelsituaties gevangen wordt in beeld, van rechtsachter naar linksvoor, wie is daar plots, is het wéér Boyd die er tussen zit, jawel, het is weer Boyd.

Wat ik bedoel: soms komt het gewoon samen. Dat had Ajax twee jaar geleden met Frenkie en Hakim en al die gasten. Dat had Feyenoord met De Goey, De Wolf, Van Gobbel, Joszef de tovenaar van Tatabanya en Blinker & Taument. Dat had PSV lang geleden met Willy en René, Van Beveren, Van der Kuijlen en Edström. Dan heb je het gewoon. Een mooi stel. Dat aan een droom begint en met een feest eindigt.

Het is de magie van het voetbal. Dat soms een verbond wordt gesmeed als in The Lord of the Rings. Waarin het leiderschap als natuurlijk wordt opgeëist door de juiste leiders. In de trailer van Home of Eus is te zien wie die leiding in de kleedkamer van Go Ahead hebben gepakt. Kippenvel. De fase van het jezelf belonen, het niet aflaten, het niet opgeven, dwars door de pijn heen, is nu aangebroken. Het gaat nu om moed, focus, heldendom. Als team. Voor de geschiedenis. De roots. De generaties voor ons, de generaties na ons, de generatie van nu. De hemel kleurt roodgeel, stukje bij beetje, er is hoop, we dromen, we hopen, we steunen, we schreeuwen thuis voor de tv als idioten, de familie Go Ahead is zelfs in deze bizarre tijden van lege stadions samen. Ik gun deze gasten hun eeuwige roem, omdat ik zie hoe ongelooflijk hard ze hebben gewerkt te komen waar ze nu zijn: fit, fris, kansrijk. De lijn buigt niet af, de lijn gaat nog altijd omhoog. Pak wat je pakken kunt, doe wat je doen moet, speel de hemel roodgeel. Good luck guys!

Vorig artikelCompetitie in coronatijd: voetballiefhebber, spelregelkenner of beiden? – nummer 14
Volgend artikelVrouwenvoetbal: FC RDC en Sportclub Deventer intensiveren de samenwerking
Robert Heukels
Robert Heukels (1969) werd geboren in het St. Jozef ziekenhuis, bijna op de middenstip van de Adelaarshorst. Zijn oma breide jarenlang sjaals in de kleuren van juweel. Vanaf 1992 zette hij zich in voor de club, met als hoogtepunt de functie van teammanager onder Foeke Booy en Dennis Demmers. Voormalig hoofdredacteur en momenteel schrijft Robert boeken over voetbal zoals, de in mei uitgekomen, biografie van Louis van Gaal.