Wekelijks delen vier bekende Deventenaren met rood gele roots, hun visie op Go Ahead Eagles en meer. Robert Heukels, Gerard Somer, Erdal Ascipinar en Marco Timmer wisselen elkaar wekelijks af met een eigen column over hun cluppie. Ditmaal is het de beurt aan Erdal Ascipinar.

Het was in de lente van het jaar 1990: Ik kan ik me nog heel goed de uitwedstrijd tegen NAC Breda herinneren. We moesten voor de eerste wedstrijd in de nacompetitie in het seizoen 1989/’90 naar de Beatrixstraat. Ik was net 19 jaartjes jong en in de bloei van mijn leven, we keken al weken uit naar deze ‘awayday’. Samen met vrienden en zo’n 300/400 Kowet supporters (mijn eigen inschatting wat ik mij zo 1, 2 ,3 kan herinneren)gingen we per trein naar Breda. NAC stond ook bekend als een echte volksclub met een fanatieke en vergelijkbare achterban als die van ons. Misschien daarom wel dat de beide clubs de B-Side hebben als de fanatieke supportersgroep. Destijds hadden alle clubs een ‘Side’, zeg maar de fanatiekelingen van een club. De meest beruchte waren destijds toch wel de Bunnik-Side, F-Side, North-Side, Z-Side enz. Feyenoord had Vak-S. Maar de beide B-Sides mochten er ook wel wezen. Niet erg groot, daarentegen wel bloedfanatiek, beetje vergelijkbaar als de Galliërs van Asterix en Obelix. Klein maar dapper.

De treinreis was ontzettend gezellig, ruime voorraad aan drank en aan verschillende hapjes, grote roodgele vlaggen overal in de compartimenten van de trein, veel gezang en stoere koppen alom. Ook kaartten wij met een select groepje, beetje ‘21-en’ om wat kleingeld. Als je wat geluk had had je een gratis biertje en een broodje frikandel te pakken. Aangekomen in Breda stonden de authentieke ouderwetse gele stadsbussen al klaar om de Kowet suppprters te vervoeren naar het stadion. Een rit van ongeveer 10 minuten. Alleen met het vele ‘links, rechts, links, rechts’ van ons duurde het natuurlijk allemaal wat langer. Er werd vanuit de bussen uitgedaagd met opgestoken middelvingers, gebalde vuisten, blote reten, en weet ik veel wat nog meer, naar de vele nieuwsgierige Bredanaars die ook niet vies waren van een relletje. Tot het stadion gebeurde er verder niks.

In mijn beleving was het stadion destijds redelijk vol met een drukbezette prachtige hoofdtribune (bestond uit 2 lagen, een juweeltje van een tribune hoor) aan de linkerkant van ons en verder vele fanatieke en luidruchtige NAC supporters op alle andere tribunes. Ik was meer bezig met ‘het om me heen te kijken’ dan de wedstrijd te volgen. Heerlijk vond ik de vijandige sfeer in het NAC stadion. Je gewoon in de hol van de leeuw bevinden en toch proberen vocaal er boven uit te steken; een uitdaging op zich. Vooral in Breda. Ook viel een langharige oude Kowet-supporter met een hoed mij op. Hij schreeuwde constant iets van Rost van Tonningen of zo. Was iets met de politiek in de oorlogstijd geloof ik. Zijn karakteristieke voorkomen herinner mij nog heel goed. Maar waarom hij in het uitvak in Breda die leuzen riep snap ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Kan natuurlijk ook zijn dat deze langharige ‘cowboy’ het ook niet helemaal op een rijtje had.

Maar goed; op een gegeven ogenblik werd er snel gescoord door ‘good old’ John Lindford. Het uitvak ontplofte van geluk!! Kooowet Eagles jalalalalaaaa!!! Kooooowet Eagles!!! Uitdagingen over en weer. Woeste koppen en gebalde vuisten om ons heen. Toen het uiteindelijk 0-2 werd na een counter zag je de agressie in de ogen van de NAC-supporters steeds groter worden: Heerlijk. Na het elftal bedankt te hebben, in de hekken, werden we uiteindelijk de bussen ingeloodst. Er broeide wat, buiten het stadion op het plein stonden er namelijk honderden NAC supporters met stenen, stoeptegels en andere attributen klaar om ons aan te vallen. Wat mij opviel was het feit dat ook vrouwen en kinderen meededen. Hahaa. Had ik nog nooit gezien, het huisje-boompje-beestje gehalte  was erg hoog daar aan de Beatrixstraat.

De politie had eerlijk gezegd ook geen controle over de situatie en gaf op een gegeven ogenblik opdracht aan de buschauffeurs om zo snel mogelijk met de Kowet supporters weg te rijden naar het station. Een grote fout achteraf. Zij konden uiteindelijk de vele NAC supporters niet meer scheiden van de Kowet supporters en de stenenregen begon. Bijna alle ruiten van de bussen sneuvelden, in een orkaan van ‘stenengeweld’. Eerlijk waar, in mijn bus bleef geen ruit meer over, een supporter tegenover mij had een tegel tegen zijn hoofd gekregen en het bloed vloeide uit zijn hoofd. Met mijn zelfgemaakte roodgele Kowet-vlag probeerden wij het bloed te stelpen. Mijn kameraad Roy kreeg ook wat rondvliegend glas in zijn gelaat. Even was er paniek omdat we als ratten in de val zaten, maar de adrenaline was heerlijk om mee te maken. Het was letterlijk Bloed, Zweet en Tranen (…van geluk dan heh). Op een gegeven ogenblik sprongen wij de bussen uit toen we bijna bij het station waren aangekomen en verzamelden stenen uit en rondom het spoor om ons zelf te verdedigen, de NAC-ers waren inmiddels ook richting station gekomen. We schreeuwden om wraak. Na over en weer wat stenen te hebben gegooid werden we uiteindelijk de trein in geknuppeld. Maar de euforie was enorm, ondanks een paar lichtgewonden door rondvliegend glas en stenen. Wij hadden immers 0-2 gewonnen in de hol van de leeuw en er was maar één echte B-Side , die van Deventer!

De rivaliteit tussen Kowet en NAC begon die dag echt. Ik had verder een heerlijk dagje Breda uit gehad met Roy, Albert, Harry en vele anderen. God wat mis ik deze sfeer en tijd zeg. Door die verdomde corona is ons leven al meer dan een half jaar ontzettend saai geworden zo zonder een stadionbezoek. Ik mis gewoonweg al mijn Kowet kameraden, ik mis vak 19, ik mis de gesprekken met mijn mede-supporters en clubmensen. Ik mis gewoon een beetje ‘gek doen’, brullen, lallen, ik mis simpelweg gewoon mijn uitlaatklep. Vandaar dat ik deze anekdote maar uit de oude doos heb gehaald om te aan te geven hoezeer wij allen ons Kowet missen.

Ook is het bijna niet meer te doen om via de TV Kowet te volgen. Het is zo kil zonder de supporters en die lege tribunes, er is geen ziel en kats geen gevoel in een leeg stadion. Je hoort gewoon de technische staf constant roepen; “Druk, zet druk, of ga door, kaatsen nu, jaaa, neee, enz.” Niks aan. Ook is het voetbal van Kowet eerlijk gezegd soms niet aan te gluren, ondanks dat men nu paar keer gewonnen hebben. Het is saai maar wel weer degelijk en effectief. De cijfers spreken voor zich. 9 tegengoals tot zover. De beste verdediging van de eerste divisie cijfermatig gezien. Dat is wel heel erg knap voor een club die op de zevende plek staat na 12 wedstrijden. Alleen het aantal doelpunten voor blijft nog erg laag. Als het voorin ook wat beter gaat lopen dan kan er sportief wat bereikt worden.

Maar wat ik al eerder aangaf, persoonlijk vind ik het niks aan zo, dus mijn gevoel is er wel minder onder. Dit seizoen beschouw ik maar als een verloren seizoen als supporter zijnde. Hopelijk zijn de ‘corona-perikelen’ snel achter de rug bij aanvang van het nieuwe seizoen en kunnen wij weer lekker ouderwets de tribunes op en onze club naar voren schreeuwen. Hoef ik ook niet meer oude verhalen te vertellen maar gaan we hopelijk nieuwe avonturen beleven. Zodat er weer een basis gelegd wordt voor de toekomstige Eaglistas. Geschiedenis moet je koesteren, de toekomst moet je zelf creëren.

Covid-19 wil je even aub gauw opdonderen uit ons leven. Er is maar 1 echte 19 en dat is vak 19 op de Leo Halle. Bij voorbaat dank.

Snak weer naar onze tribunecultuur.

Vorig artikelSportverlichting.com verlengt als hoofdsponsor
Volgend artikelTrainerspraat: met Herman Harleman van SV Epse
Erdal Ascipinar
Erdal Ascipinar is geboren op 5 mei 1971 en een rasechte Deventenaar. Hij is in zijn dagelijks leven in dienst van de Nederlandse Spoorwegen als Hoofdconducteur. Als fervent Kowet supporter schrijft hij voor diverse sites over zijn eigen belevenissen en over zijn grote liefde: Kowet. Erdal staat ook wel bekend als DeventerTurk. Onder die bijnaam heeft hij vele stukken geschreven.